The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Begrip helpt
Onthechting is iets wat mensen doorgaans bang
maakt, omdat ze niet begrijpen wat het betekent. Het betekent niet
dat je je moet losscheuren van je relaties. Het enige wat moet worden
opgegeven is het gevoel: “Dat is van mij.” Ik kan dit het
beste illustreren met het bekende gedicht van de Libanese mysticus
Kahlil Gibran (1883-1931). Het kan geen kwaad het af en toe uit de
kast te halen. Dit prachtige gedicht heeft als titel Uw
kinderen zijn uw kinderen niet (vertaling uit het Engels):
En
een vrouw die een kind aan haar boezem drukte zei,
spreek ons
over kinderen.
En hij zei:
Uw kinderen zijn uw kinderen
niet.
Ze zijn de zonen en dochters van
’s levens
verlangen naar zichzelf.
Ze komen door u, maar niet van u.
En
al zijn ze bij u, toch behoren ze u niet toe.
U mag hen uw liefde
geven, maar niet uw gedachten,
want ze hebben hun eigen
gedachten.
U mag hun lichaam huisvesten, maar niet hun
ziel,
want hun ziel verblijft in het huis van morgen,
dat u
niet bezoeken kunt, zelfs niet in uw dromen.
U mag proberen te
zijn zoals zij zijn,
maar probeer hen niet te maken zoals u
bent,
want het leven gaat niet achteruit
noch talmt het bij
gisteren.
U bent de boog waarvan uw kinderen
de levende
pijlen zijn die u afschiet.
De boogschutter ziet het doel op het
pad
van de oneindige en Hij spant de boog
met Zijn kracht
opdat Zijn pijlen snel en ver gaan.
Laat het u tot blijheid wezen
dat de hand
van de boogschutter u spant;
want zoals Hij houdt
van de vliegende pijl,
zo houdt Hij ook van de standvastige
boog.
Uit: De Profeet
Dit is het wat Jezus bedoelt in de Bergrede toen Hij zei: “Zalig de armen van geest.” Hij bedoelde zalig degenen die van niets voelen: “Dat is van mij.” Hij openbaarde daarmee het geheim van het geluk.
Wat
is geluk?
Geluk is de wezenlijke aard van de mens. Dat
is de reden waarom ieder mens op zoek gaat naar het geluk. Maar
niemand vindt het tenzij hij de blik naar binnen keert. Dit is ook
wat de grote wijze Toekaaraama zong: “Open
je hart voor de Allerhoogste als je de verlossing wil. Je vindt Hem
niet diep onder de aarde. Je vindt Hem niet hoog in de lucht. Hij is
altijd dicht bij jou. Waarom ga je dan overal op zoek?”
Je bent zoals de os van de olieman, die de hele dag rondjes draait om
de molenstenen in beweging te houden. Op het einde van de dag denkt
hij in zijn dwaasheid dat hij nog een lange weg moet afleggen om
thuis te komen, al heeft hij zelfs het erf niet verlaten.